Viking Route. Via Borkum richting Denemarken, Thyboron, Limfjord, Aalborg, Grenaa, Aarhus naar Kiel en terug via het Noordzee kanaal en Cuxhaven.
'Thyboron loop je nog gemakkelijk aan met een zeventje uit het westen.....'
Met deze goed bedoelde en geruststellende tip stuurde een plaatselijke middenstander uit Delfzijl ons op pad.
Wij hadden onze collectie zeekaarten bij de goede man uitgebreid en raakten zo aan de praat over het onderwerp; wanneer het nog verantwoord was om Thyboron binnen te lopen.
Nadat wij vorig jaar vlak voor de vakantie, een voor ons nieuwe boot hadden gekocht, een Van de Stadt 34 werd de vakantie in Nederland doorgebracht, omdat je toch wilt weten hoe de boot vaart en of er dringende dan wel minder dringende problemen naar voren komen, kortom je wil je eigen boot leren kennen. Na in de winter twee A-viertjes met eisen en wensen voor een deel te hebben afgewerkt was het eindelijk zover om weer een grotere tocht te kunnen plannen deze zomer.
De bedoeling was om rondom Denemarken te zeilen, en om in het noorden de doorsteek door het Limfjord te maken. Zaterdag 13 juli vertrokken wij met het tij mee naar Borkum; waar we zondag morgen voor dag en dauw starten met de eerste etappe richting Thyboron. De wind verwachting was en bleef een zwakke wind uit noordelijke richtingen. Pal tegen dus. Tot ruim over het verkeersstelsel ging het geweldig goed, daarna werd de wind almaar zwakker en zwakker, tot we ook nog eens elf uur lang helemaal geen zuchtje wind meer kregen. Tijdens deze tweedaagse drijfpartij besloten we maar om de motor te starten en richting Esbjerg te gaan. Het bleek dat ondanks de visstank en het feit dat we niet veel van Esbjerg verwachtten, toch wel een leuke stad te zijn, evenals het er tegenover gelegen eiland Fano. Na een periode van zwakke wind en stralend weer werd de reis na vier dagen voortgezet en kwamen we een dag later in Thyboron aan, met vlak voor de haven geen enkel zuchtje wind. Achteraf hoorden we dat de CAM- racers ook in deze Doldrums van de Noordzee verzeild waren geraakt. De nacht die daarop volgde liet echter de haven aanloop van een geheel andere kant zien, west 9 Bf. In de haven lagen wij voortdurend met zware slagzij aan de kade. Het Friese vlaggetje verloor de helft van de hartjes en het KNRM was tot KN vlaggetje gereduceerd. Ook waaide er zeer veel zand en zoutachtig schuim van het nabij gelegen strand bij ons aan dek, het leek het Scheveningse strand wel. De haven ingang is bij zulk weer zeker niet aan te lopen, de deining en golven die recht op de invaart staat is zeer hoog en breekt praktisch continu. De volgende dag bij west 5 Bf was de golfslag nog van dien aard, dat het inlopen een risico met zich meebrengt van uit het roer lopen en aangezien de ingang smal is met aan weerszijden vervaarlijke stenen kribben heb je de ruimte niet om het schip weer in het gareel te krijgen. In geval van nood zou ik het aandurven, maar wel met een sterke motor. Jammer alleen dat onze plaatselijke middenstander mij niet even kon laten zien hoe hij binnen dacht te komen. Het eerste deel van het Limfjord was de moeite waard, een prachtig gebied waar best viel te zeilen.
Het tweede en laatste deel van dit Fjord is maar matig, smalle geulen en veel ondieptes zodat je er bij verkeerde wind niet meer kunt zeilen. In het hart van Jutland, Logster, zijn we een langere periode blijven liggen. Logster is een leuk haventje en een centraal uitgangspunt voor dagtochten met een motorfiets. Ter vergroting van onze vakantie mobiliteit hadden wij een 250 cc, KTM ,off the road, motor in het vooronder gelepeld. Toen wij dus in Logster aangemeerd lagen, vestigden wij veel nieuwsgierige en meewarige blikken op ons, door bij 35 graden Celcius druk in de weer te zijn met allerlei onderdelen en een takel aan de giek. Sommigen van de toeschouwers vielen van verbazing zowat overboord, tussen de vele kwallen, toen een grote motor op de steiger werd getakeld. Het experiment met dit vervoers middel was bijzonder geslaagd, ondanks dat de lol maar drie dagen geduurd heeft. Een essentieel onderdeeltje gaf de geest en was in heel Denemarken niet voorradig. Integenstelling tot het feit dat het Oostelijke deel van het Limfjord een veel minder zeilgebied is, zijn er veel meer zeiljachten en zijn de havens veel drukker. Blijkbaar is de Noordzee kust erg impopulair bij de Denen. Na een bezoek aan Aalborg verlieten wij de Fjord en zetten koers het Kattegat in, richting zuid. Aanvankelijk stond er een dikke 5 Bf uit het oosten, maar later halveerde de windkracht zodat een rustige tocht ons deel was, waarbij de makreel zich prima liet vangen en smaken. Na Grenaa werd Aarhus met een bezoek vereerd. Zo'n bruisende stad zou je in Denemarken eigelijk niet verwachten; met veel allure en bergen bezienswaardigheden vergeet je hier de tijd. Langzamerhand zakten we verder naar het zuiden af, waarbij we soms zelfs gezelschap kregen van Bruinvissen, een prachtig gezicht. Het mooie van de Deense wateren is dat je op veel plekken kunt ankeren, en als de zon en de temperatuur een beetje meewerken dan waan je jezelf in het Caribische gebied.
Op een reis door dit land, kom je uitteraard verschillende mensen tegen die Deens zijn. Wat ons opvalt, is dat de meerderheid in eerste instantie nogal afstandelijk reageert. Als je er wat langer mee omgaat dan blijken er toch vriendelijke en behulpzame " vikingen" te zijn. Allerlei vreemde excessen, zoals openbare dronkenschap en drankgelagen, ook 's morgens vroeg, en een over het algemeen een gelatenheid in hun werk, bij het depressieve af, wijt ik aan het overgereguleerde en over verzorgende van de Deense overheid. Maar even verder kijken kan geen kwaad, want ook in Nederland zijn we hard op weg om de moraal en ons eigen verantwoordelijkheden uit handen te geven aan de overheid. Over vikingen gesproken; op historisch gebied is Jutland een goudmijntje. Het bevat veel bewaard gebleven en goed onderzochte overblijfselen van weleer. Het beeld dat wij in Nederland hebben over de Vikingen als " Gesel Gods" is een veel te eenzijdige christelijke visie. Gemakshalve vergaten deze lieden op welke oneerbare wijze de Frankische Koningen en de Kerkelijke gezagsdragers hun geloof aan de noordelijke volkeren trachten op te dringen. Maar als je het land doorkruist dan krijg je bewondering voor vroegere bewoners en is het geen wonder meer dat ze als zeevaarders, handelaren en veroveraars zover zijn gekomen. Via het eiland Als en de Kielster bocht komen wij in Kiel aan, wat altijd aanvoelt als de eindbestemming, toch hebben we vaak het gevoel een hoop zaken te missen in Kiel en wijde omgeving. Trouwens dat gevoel overheerst de gehele vakantie.
Het Noord-Oostzee Kanaal doen we in twee dagen, want dat varen op de motor ligt ons niet zo. Daarkomt bij dat aan dit kanaal plaatsen genoeg zijn om je rustig te verpozen. De sprong vanaf Cuxhaven terug naar huis gaat ook zeer voorspoedig. Een zwak zuid-oostelijk windje later wat aansterkend naar 3 Bf. Het eerste stukje over de Elbe gaat op de motor maar al spoedig kan de wind de Spinaker bol blazen en gaat de motor uit. Voor Nordeney zijn we te laat voor het inlopende tij, dus besluiten we om door te gaan naar Borkum, om twaalf uur 's nachts gaat de spinaker er eindelijk af en zetten we koers de Eems op. Het is aarde donker en . ."ja hoor" de aanloop verlichting van Baalmann, de jachthaven van Borkum, doet het weer eens niet. Toch liggen we even later zeer tevreden over deze reis, aan de als altijd gammele steiger. Al met al hebben we 1012 mijl achter vikingen aangejaagd.