De vele malen dat wij nu al de Noordzee doorkruisten, brachten ons vaak langs de hoog oprijzende rode zandsteen kust van Helgoland. Ondanks dat het een zeer interessant eiland is met een bewogen geschiedenis, hebben we het maar één keer een paar dagen bezocht met onze zeilboot "Walkura". De aandrang om er weer een bezoek te brengen is danig bekoeld, en wel om de volgende redenen: Je ligt in een haven die weliswaar beschut is, maar in drukke tijden kan het zijn dat je in pakketjes van tien boten aan elkaar ligt. Het is dan ook niet echt rustig aan dek. Ook is het haast onmogelijk om even rustig het eiland te gaan verkennen of van een goede nachtrust te genieten, want er is altijd wel een boot die wil vertrekken en dan moet de hele rij boten worden verlegd, de wet van Murphy schrijft ook nog voor dat het meestal de boot is waar iedereen aan vast ligt. Iedereen moet dan ook een handje helpen om de gehele operatie mogelijk te maken en dan sta je weer met je slaapdronken kop met lijnen te goochelen, om assistentie te verlenen bij het vertrek van een medezeiler. In de haven staat bij voornamelijk zuidelijke wind vaak een behoorlijke deining. Toen wij de eerste keer enthousiast het eiland wilden verkennen, zeulden we onze vouwfietsen over de vele schepen naar de steiger, en vervolgens langs een laddertje van 6 meter omhoog naar de kade. De geplande fietstocht nam een aanvang en strandde bij de eerste belastingvrije winkel, waarvan de vriendelijke uitbater ons erop attent maakte dat fietsen streng verboden was. Op mijn vraag wie die fietser verderop dan wel was, kreeg ik te horen dat hij ofwel douanier of politieagent was.
Helgoland heeft ook een tweeling eiland, ongeveer een halve mijl naar het oosten, dit eiland heeft een meer zandige structuur en is ook veel lager, de toepasselijke naam is Düne. Tussen beide eilandjes is ankeren mogelijk, maar je ligt er wel onrustig en dat komt niet alleen van de open verbinding met de Noordzee aan de noord en zuid kant. Veerboten varen af en aan en gaan ook tussen de eilanden voor anker, om hun passagiers over te zetten op Tenders die de gasten, tegen extra betaling aan land brengen. Deze tenders zetten de sokken er stevig in zonder zich te bekommeren om de geankerde boten.
Helgoland; geologisch bekeken
Ten tijde van het 'Perm tijdperk' 240 miljoen jaar geleden, werd er door grote rivieren op deze plaats een spoelzand vlakte aangelegd van wel 100 meter dik, het bonte zandsteen. Nu moet je bedenken dat deze dikke laag in miljoenen jaren is afgezet, zodat de gemiddelde groeisnelheid maar een centimeter per 10 000 jaar bedroeg. 135 miljoen jaar geleden tijdens het 'Jura en Krijt tijdperk(het Dinosaurus domein)' werd er hier in een ondiepe zee veel kalkskeletten en zand afgezet, waardoor er een kalksteen laag werd gevormd. Onder deze twee lagen was er in een oudere geologische periode, een zoutlaag gevormd doordat de toenmalige zee geheel verdampte. Door de enorme druk die de bovenste lagen uitoefenden op de zoutlaag, vormde deze omhoog persende zoutpijlers.( dezelfde zoutlaag sloot bij Slochteren de enorme gasbel af en vormden bij Winschoten, Delfzijl en Boekelo ook zoutpijlers, waar nu zout wordt gewonnen) De omvang van de zoutpijler onder Helgoland was echter groter en stond iets scheef, de westelijke helft kwam meer omhoog dan de oostelijke helft. Zo ontstond er in deze latere Noordzee vlakte een omhoog gedrukte rood witte berg. In de komende miljoenen jaren sleet de berg af, het kalksteen verdween van het bonte zandsteen. Zeeën en ijstijden hielpen hier dapper aan mee en uiteindelijk in onze laatste 6000 jaar lag Helgoland in de Noordzee. De oostelijke helft lag lager en was van het zachtere kalksteen, deze sleet tot zee niveau af en raakte bedekt met duinen. Tijdens een zeer zware storm in het jaar 1720, sloeg de zee een bres in het eiland en vanaf die tijd was Düne een zelfstandig eilandje geworden.
De geschiedenis in vogelvlucht
In het jaar 325 voor onze jaartelling, werd er in opdracht van de stad Marseille een ontdekkingsreiziger naar het hoge noorden gezonden, Pithias van Massilla. Zijn doel was om eventuele handels mogelijkheden voor de Griekse handelaren uit de stadsstaat Marseille te ontdekken. In zijn verslag schreef hij over Abalus (Helgoland) dat het een heilig eiland was waar het Barnsteen vandaan kwam. Later vertelde de Romeinse schrijver Tacitus, dat op het eiland de Germaanse god Fosite vereerd werd door de Friezen. Op deze plaats kon men aan de godheid offeren, en luisteren naar het orakel en andere wijze uitspraken betreffende rechtspraak, bestuur, oorlog en vrede. De naam Helgoland is echter niet alleen op de geschriften van Pithias en Tacitus gebaseerd, want al tijdens het einde van de laatste IJstijd, toen de Rendierjagers van de Hamburg en Ahrenburg cultuur over de vlakte zwierven achter de kudde rendieren aan, stak de Rode Rots pontificaal boven de toendra uit. Volgens sommige schaarse archeologische vondsten was het in deze tijd ook al een plaats waar je in contact kon komen met de goden en voorouders. Ook groeven de toenmalige bewoners hier het rode vuursteen ter vervaardiging van stenen wapens op.
Tot ongeveer 6500 jaar geleden, bleef Helgoland over land bereikbaar, hierna kwam de zeespiegel verder omhoog en werd het eiland omringd door het water van de huidige Noordzee. Het spreekt vanzelf dat de bezoeken en bewoning doorging op het eiland, nergens is een hiaat in de archeologische vondsten te onderscheiden . In de 7e en 8e eeuw behoorde Helgoland tot het Friese Rijk, een niet te bewijzen stelling is dat koning Radbod hier een kasteel zou hebben gehad. Sinds die tijd is het hele eiland ook een stuk kleiner geworden zodat een eventueel bewijs ook in de omringende zee gevonden zou kunnen worden. Als de Vikingtijd aanbreekt is het eiland een onderdeel geworden van de Deense vikingen, die er niet alleen een groot steunpunt hadden, maar tevens naar koper zochten in het roodbonte zandsteen. Al deze graverij heeft er mede voor gezorgd dat de 'Rode Rots' als gaten kaas minder bestand was tegen de invloed van de golven. In het jaar 706 heeft Willebrord geprobeerd de Helgolandse Friezen te bekeren tot het christendom, die poging mislukte volledig, maar hij werd wel gastvrij onthaald. Decennia later lukte het de toenmalige bisschop van Munster, Luidger wel. Hij vernietigde met een zwaar bewapend leger de heiligdommen. Zo zie je maar, Friezen staan altijd open voor goede argumenten.
Tijdens de 13e en 14e eeuw, in de bloei periode van de Hanze steden, ontpopte Helgoland zich tot een piratennest. Ook Klaus Störtebeker zal hier kind aan huis zijn geweest. Helgoland lag perfect op de route van de vele, rijk beladen Kogge schepen. In het jaar 1401 heeft de Hanzestad Hamburg, Klaus Störtebeker verslagen met een oorlogsvloot in de slag bij Helgoland, hierbij is hij gevangen genomen en terecht gesteld. De Napoleontische tijd luidde weer een nieuw hoofdstuk in. Keizer Napoleon had heel Europa veroverd." Heel Europa? Nee, een klein eilandje bleef moedig weerstand bieden aan de overweldigers en maakte het leven van de Fransen in Europa bepaald niet gemakkelijk..."
Nu had de kleine, grote keizer besloten om middels een totale handels boycot de Britten op de knieën te dwingen, het Continentale stelsel genaamd. Groot-Brittannië reageerde hierop door Helgoland te veroveren in het jaar 1807 en het te gebruiken als Marine en smokkelsteunpunt, ter ondermijning van het handelsembargo. Ondanks de strenge straffen en controles was het op Helgoland een komen en gaan van smokkel schepen uit de Bataafse republiek en Oost Friesland. De vele pakhuizen op het eiland puilden uit met smokkelwaar. Na de val van Napoleon kwam Helgoland definitief aan Groot-Brittannië als Brits marine steunpunt.
In het jaar 1890 werd er een koloniale strijdt beslecht tussen Groot-Brittannië en Duitsland, over de oost Afrikaanse kolonie van Duitsland. In ruil voor Helgoland werd Zanzibar een Britse kolonie en Helgoland werd een marine steunpunt van de Duitse Kaiser Wilhelm II. Tot na de tweede wereld oorlog zou Helgoland deze functie behouden. In de oorlog zijn er ongeveer 400 Nederlandse dwangarbeiders te werk gesteld op het eiland bij de reparaties aan de U-boten en het graven aan het gangenstelsel in de rotsen. Honger en koude eiste zijn tol. Een Nederlandse NSB'er uit Zwanenburg, Eichhoff was hoofd bewaking en de schrik van Duivelseiland zoals de dwangarbeiders Helgoland noemden. In de nadagen van de oorlog op 18 april, liet de RAF het eiland platgooien, bewoning of iets anders was voorlopig niet meer mogelijk. Na de oorlog diende Helgoland nog een tijdje als oefendoel voor de Britse RAF bij schietoefeningen. Maar om nu voor eens en altijd een einde te maken aan dit Duitse marine steunpunt, werd er in 1947 een dappere poging ondernomen om het gehele eiland de lucht in te blazen. Met 6700 ton aan explosieven, werden de uitgehakte, bomvrije gangen gevuld en na een enorme dreun..... bleef het eiland gewoon bestaan. Dit vreemde resultaat was een gevolg van het geologische gegeven, dat het bonte zandsteen heel veel kleine holtes bevat. Bij Slochteren zit ons aardgas in dergelijk gesteente. Deze holtes absorbeerden de kracht van de explosie. In 1952 keerden de oorspronkelijke bevolking weer terug naar Helgoland.Waar de geallieerden niet in zijn geslaagd, is het de eilandbewoners op een andere wijze wel gelukt om het eiland naar de ratsmodee te helpen. Het gehele eiland is een toeristische kwelplaats geworden, je struikelt over de belasting vrije winkels, die overigens erg duur zijn. Hier tussen door wemelt het van de vreettentjes, cafés en andere gelegenheden om financieel aan lagerwal te geraken. Het dorp, dat te bereiken is door een lift (het kost wel wat maar je hoeft niet meer te klimmen naar 60 meter hoogte) valt op door gebrek aan bewoning.
Wij lopen liever even over het vernielde eiland, overal vind je nog de sporen van het bombardement. Zo komen wij ook bij de Lange Anna aan, een losstaand stukje rode rots, helemaal vol met alken en meeuwen, een schitterend gezicht. Maar ineens valt ons oog op een heel groot soort collecte kist. Er naast bevind zich een bord met een snotterverhaal over de langzame afbraak van de kust en de Lange Anna, door de eeuwige natte voeten word de basis van de rots aangevreten en dreigt hij op termijn om te vallen. Maar, door onze gift zou dat voorkomen kunnen worden; ja, ja...Het zou zonde zijn, want de natuur laat zich hier van de mooiste kant zien. De geldwolven op dit eiland hebben vette pech, om ons sodemietert de Lange Anna om. Nog even het volgende, het bonte zandsteen is aan erosie onderhevig en door deze kust verwering blijft de Rode Rots zo mooi recht uit zee opstijgen. De Lange Anna wordt hier op termijn ook het slachtoffer van, vrijwillige gift of niet.