Spanje en Portugal
Het jaar 2023 zijn we in stijl begonnen door met onze Hymer camper twee maanden op het Iberisch schiereilend rond te trekken. Dit is niet alleen een gevolg van onze nieuwsgierigheid naar andere landen, maar ook het daarbij horende aantrekkelijker, droger en zonniger weertype. Is vrijdag de dertiende januari de dag bij uitstek om tijdelijk Nederland te verlaten?
De regen kletterde onafgebroken uit de trieste, donkergrauwe hemel neer. Het erf en onze oprit vertoonde enorme
waterplassen, die niet in de zompige natte ondergrond verdwenen. Laten we het maar schuiven op onze haast om deze nattigheid te ontvluchten dat we al op onze eigen oprit vast kwamen te zitten, en toen we met veel trekwerk en gedoe weer op pad wilden waren we de fietsen vergeten op te laden. De laatste ellende van de gehele reis gebeurde vrijdag de 13e op de snelweg bij Zwolle, de complete richting aanwijs unit viel op de A28 en werd verpulverd onder de wielen van het achter ons rijdende verkeer.
Bij het reizen met een zeilboot en camper moet niet alleen het einddoel centraal staan, maar de gehele reis van begin tot eind. Vooraf zoeken we de gehele route na op interessante zaken die we zouden kunnen bezoeken, ook is het de hele dag door kachelen over snelwegen niet echt aan ons besteed. Hier valt nog bij op te merken dat de regionale wegen door dorpjes en verschillende landschappen veel gemoedelijker en afwisselender zijn. Door de lagere snelheid en het ontbreken van de tolpoortjes zijn bovendien de kosten veel lager. Mocht dan de dieseltank wel leeg raken, dan zijn de tankstation prijzen ook nog eens een stuk vriendelijker dan langs de meeste snelwegen. De opgezochte zaken bepalen de hoofdroute maar veel plotseling opdoemende pareltjes kunnen ons doen besluiten om de rit acuut te beëindigen voor die dag. Het zou veel te ver voeren om van alle dagen een beschrijving te geven, dus alleen de hoogtepunten met hun bijzonderheden vertrouwen we aan het papier toe. We hebben in totaal 6300 kilometer gereden langs de Spaanse Oostkust naar Gibraltar, vervolgens door de Spaanse provincie Extremadura naar de Portugese hoofdstad Lissabon. Langs de Atlantische kust noordwaarts en terug naar de Nederlanden. We overwegen wel om de volgende keer als wij naar het noordwesten van Spanje willen om rond de Baskische steden Bilbao tot aan het Frans Baskische Biarritz een stukje tolweg te nemen om de puinhoop en de vele files en andere opstoppingen te vermijden.
Figueres; Op de zuid oostelijke helling van de Pyreneeën ligt het stadje Figueres, dit op zich weinig spectaculaire plaatsje is de geboortestad van Salvador Dali. Deze onnavolgbare vrije geest is als kunstschilder wereld beroemd geworden om zijn fantasie rijke doeken. In Figueres bevindt zich het door hemzelf vorm gegeven en opgezette ‘Salvador Dali museum’. Als je zoals ik in eerste instantie niet bijzonder enthousiast er naar binnen wandelt, is de gehele tentoonstelling een grote openbaring, misschien wel het grootste onverwachte hoogtepunt van de reis. Ook in de gewone schilderkunst kon Dali wedijveren met bijvoorbeeld onze Rembrandt van Rijn! Het beeld van Dali dat ik had als rommelige fantast moest ik wel behoorlijk bijstellen.
Montblanc; We zijn moe van de verpeste zonnekust van Catalonië en Spanje, de toeristische schreeuwerige wanstaltige dorpjes met hun gelijkvormige lelijke flats, omgeven door zwerfvuil. In de winter zijn het spookdorpen zonder leven, je kunt er een schot hagel afvuren zonder iemand te raken. Vroeger waren het veelal kleine vriendelijke vissers plaatsjes, maar daar is niets meer van over. We gaan verder de binnenlanden in naar een middeleeuws stadje Montblanc. De vele kerken en kloosters geven al aan dat het geestelijke leven in Spanje de boventoon voert, kosten noch moeite werden gespaard om deze geweldig mooie gebouwen op te richtten ter ere van hun god. Een paar kilometer buiten Montblanc bezoeken we het klooster Poblet. In dit klooster liggen een aantal van de vroegere koningen van Spanje opgebaard. De rijkdom van de religieuze instellingen ‘afgeperst’ van de gewone bevolking vormt een schril contrast met de schamele onderkomens van die bevolking. Zo te zien had de kerk meer aandacht voor het slijk der aarde dan het zielenheil van de bevolking. De mensen waren er blijkbaar van overtuigd dat de financiële afdrachten aan de kerk en adel, de weg naar een goed plaatsje in de hemel opende na het overlijden, of zou er enige dwang zijn uitgeoefend?
Altea en Guadalest; We zigzaggen verder door het land zuidwaarts en komen in Altea, een van de weinige kustplaatsjes die niet volledig uit zijn voegen is gegroeid door toeristische flat gebouwen vooral het oude stads centrum is erg mooi bewaard gebleven. Vlak bij Altea 10 kilometer het binnenland in ligt het bergvesting stadje Guadalest. Het is hier ooit begonnen als een Moors kasteel waar later huizen omheen zijn gebouwd, het is jammer dat veel oude huisjes tegenwoordig in toeristische rotzooi winkeltjes zijn veranderd. Een bezoek aan het plaatselijke museum dat bestond uit een ingericht adellijk huis uit het verleden en het Moorse kasteel, is zeer de moeite waard, hoewel er van het kasteel maar weinig meer over was, alleen de muren en het prachtige uitzicht over het gehele rivierdal. Overal langs de Spaanse oostkust vindt je nog resten van de oude Moorse cultuur.
Natuurpark Torrevieja; Dit aan de kust gelegen Natuurpark ligt bij het gehucht Sant Felice Neri, het is een aaneen schakeling van ondiepe meertjes met daar allerlei wandel en fietspaden doorheen. Dit natuurgebied is een foerageer gebied voor zeer veel trekvogels en watervogels waaronder veel Flamingo’s. In de vroege morgen als er nog een waas van dauw over het water hangt, is dit gebied op z’n mooist, geen mens te bekennen en alleen maar vogels. Vanuit de vele vogelkijkhutten kan men ze ongestoord begluren. We overnachten hier op een groot parkeer terrein met onze camper. Buiten het natuurpark is een groot landbouw gebied dat helaas vergeven is van zwerfvuil en het dorpje Sant Felice Neri, met 3 kroegjes en een winkeltje is niet bijzonder of de moeite waard.
Guadix; Op weg naar Granada kwamen we op de hoogvlakte een zeer bijzonder stadje tegen. Guadix werd in de 2e eeuw voor de jaartelling gesticht door de Romein Scipio Africanus, die hier de vijand van Rome, Carthago aan het bevechten was. We vonden een plaatsje met de camper vlak bij het grote marktplein naast de oude binnen stad. De stad is bekend om zijn over bemeten pompeuze kathedraal en zijn buiten de stadsmuur gelegen grotwoningen. Deze grotwoningen zijn na de Spaans christelijke overwinning op de Moorse islamieten in het jaar 1491 gebouwd door de Moorse burgers die niet meer binnen de stad mochten wonen, en nu in de kalkrotsen woningen uitgroeven. Deze woningen zijn in de hete zomer lekker koel en in de winter goed te verwarmen. Later werden deze islamitische bewoners gedwongen christelijk te worden of anders verjaagd uit Spanje.
Alhambra/Granada; In de grote stad Granada stonden we naast het voetbal stadion, het lijkt ons hier veiliger toe dan in veel andere grote steden, wel was het behoorlijk druk met het verkeer. In Granada begint de dag schijnbaar een uur later dan in de rest van Spanje omdat het aan de westkant van de 3 kilometer hoge Sierra Nevada ligt, die een groot deel van het jaar met sneeuw bedekt is en de opkomende zon het eerste uur blokkeert. Als dan de zonnestralen krachtig over het gebergte heen stralen vallen ze op de bebouwing van het paleis Alhambra, die dan spectaculair rood oplicht door het gebruikte rode zandsteen. Het paleizen complex werd tussen de jaren 650 en 1490 gebouwd door de islamitische Moorse machthebbers die er in de loop van de tijd steeds weer gebouwen aan toe voegden. Om dit paleis heen ontstond de Medina, de handels nederzetting en de vele soldaten verblijven. Na de verovering door de christelijke Spaanse koningen namen ook die hier hun intrek en voegden er ook weer hun eigen bouwsels aan toe. Het paleizen complex ligt verheven boven de vlakte op een moeilijk te veroveren heuvel bovendien is het hierdoor wat koeler in de hete zomer. Ons doel was hier dan ook het Alhambra en niet de stad Granada. Aangezien het enorm druk is met toeristen zijn we al zeer vroeg bij de ingang. Het geheel wordt als een dure toeristische geldmachine gerund met een strenge beveiliging, bij de ingang werden we ook nog eens aangesproken door een van de vele gidsen die ons probeerde te overtuigen voor een hoog bedrag (60 euro) toch maar een gids te nemen om ons te begeleiden en zaken uit te leggen. Volgens ons kun je beter voor 11 euro een uitgebreide gids boekwerk kopen waarin alles haarfijn wordt uitgelegd, bovendien kun je dan ook zelf bepalen hoelang je ergens wilt gaan staan kijken. Het Alhambra is van een uitzonderlijke klasse en toen we na uren ronddolen weer naar buiten gingen om 13 uur barstte de toeristische vloedgolf echt los. Het is dus zaak om hier voor deze mensenmassa naar binnen te gaan.
Ronda; Een prachtig stadje dat is gebouwd boven op een kalkstenen rots, die uit het vlakke hoog gelegen land rijst. Ronda is doorsneden door een 100 meter diepe canyon die overspannen wordt door twee oude bruggen. De oudste lagere brug komt uit de Moorse tijd terwijl de nieuwere stamt uit de 18e eeuw en heel toepasselijk ‘Puente Neuve’ heet. Vanaf een afstand is het een spectaculair gezicht de smalle kloof overspannen door een stenen brug, waar vanaf vroeger de misdadigers in de diepte werden gesmeten. De middeleeuwse stad heeft zijn oude karakter wonderwel bewaart. Het museum van Ronda laat een ratjetoe van zaken zien, waarvan de beste delen gingen over de inquisitie en de heksen vervolging. De rest waaronder de archeologische verzameling? Tja, op zijn minst niet spectaculair. We staan met de Camper naast een rustige weg 500 meter van het stads centrum naast een redelijk nieuw park dat na de eerste aanleg geen enkel onderhoud meer heeft gehad. Het is bezaait met rotzooi en paden en banken zijn kapot. Binnen de meeste steden doen de Spanjaarden zeker, soms geslaagde pogingen om de binnen steden schoon te houden. Als er dan ergens een groepje jongeren neerstreek was het er na afloop van de gezellige bijeenkomst een zootje, zelfs als er een prullenbak binnen korte afstand zielig leeg stond te zijn. Ook ouderen deden aan deze gewoonte vaak volop mee.
Gibraltar; We hebben een serieuze storm periode met regen en veel plotselinge windvlagen. Onderweg naar Linea de la Conception kwamen we veel afgerukte takken en omgewaaide stroom palen tegen, wel was het een schitterende tocht door het bergachtige gebied. Op onze camper plaats ontstonden door de harde wind zandstormen en duinvorming op de weg. Het zand met een zeer hoog middellandse zee zout gehalte bleef ook aan onze woonmobiel kleven. De Britse enclave Gibraltar is een doorn in Spaanse ogen, maar het is echt typisch Brits om in door hun beheerde gebiedjes (marine steunpunten) hun levenswijze en gewoontes, compleet over te planten. Als Spanje de enclave weer zou overnemen verlies je veel aan cultuur en diversiteit, kijk maar wat er met Hong Kong is gebeurd na de Chinese overname van het oude Britse bezit, China heeft alle westerse verworvenheden de nek omgedraaid. De miljoenen bevolking wil op hun knieën wel weer terug in Britse schoot. Sinds 1710 is Gibraltar een deel van Groot Brittannië en volgens hun komt daar pas een eind aan als de apen de rots verlaten. Het zijn inderdaad heel erg grappige apen, die Makaken. Plotseling begint er een kindje hartverscheurend te blèren, een jonge aap had haar speeltje uit haar handen gerukt en zat er nu even verderop, buiten bereik op de balustrade mee te spelen. Vanaf de rots heb je een prachtig uitzicht over de zeeën en verdere omgeving. Door het slechte weer was de lucht boven de zee bezwangerd met een mix van zout en waterdamp die ons zicht reduceerde. De ‘fish and chips’ die we nuttigden in de bar Lord Nelson, was ook echt Engels, smakeloos en vet maar gelukkig was een pint lager voldoende om de zaak door te spoelen.
Extremadura; In deze Spaanse provincie liggen 3 stadjes die we gaan bezoeken. Merida, Trugillo en Cáceres. Deze provincie in het hart van Spanje is van oudsher het armste deel van Spanje, hier hebben de moderne ontwikkelingen pas een aantal jaren vat op de streek. Deze achterstand heeft er echter wel toe geleid dat oude bouwsels met betrekking tot de Romeinen en Moren prima bewaard zijn gebleven en niet onder de latere moderne bebouwing is verdwenen. In het jaar 30 voor de jaartelling werd Merida door keizer Augustus gesticht, in de gehele stad zijn restanten en complete Romeinse tempels te zien, ook een tempel gewijd aan Augustus zelf, want hij zag zichzelf als een keizer/god. Het stadje is erg gemoedelijk alleen moeten we nog steeds wennen aan de riante siësta’s die de Spanjaarden er op na houden, pas na 5 uur komt het openbare leven weer op gang. Trugillo is de tweede stad die we hier met een bezoek vereren, we staan achter een grote stierenvechters arena. Dat stieren vechten wordt hier nog volop beoefend. Het is carnaval omstreeks deze tijd, daarom is er op het centrale plein van het stadje een tijdelijke arena neergezet met aansluitend een straat, die met een dikke laag zand wordt bedekt waarlangs de af te slachtten stieren naar de arena worden gejaagd. Het ‘feest’ duurt 4 dagen, met twee optredens per dag is dus 8 dood gemartelde stieren, leuk maar we willen dat niet meemaken. Uit Trugillo zijn ook veel conquistadores afkomstig zoals Pizarro die met zijn manschappen het complete Inca rijk veroverde. Zowel Cortes, de andere bekende veroveraar van het Azteekse rijk, als Pizarro kwamen uit de aan lager wal ‘geraakte’ adel in het niet zo welvarende Extremadura en zagen in hun ‘vlucht’ naar het pas door Columbus ontdekte Amerika als een mogelijkheid om er financieel bovenop te komen. Velen lukte dit maar matig, bovendien bedankte de meer gefortuneerde Spaanse adel voor de eer om voor de Koning af te reizen naar, dit door malaria en geelzucht geteisterde Amerika. Veel van de Spaanse troepen werden in de arme gebieden geronseld zoals Extremadura en Baskenland. Pizarro is in Trugillo een ware held, zijn wieg stond hier en zijn familie is hier na de verovering in het jaar 1232, op de Moorse troepen als zetbaas voor de Spaanse koning blijven wonen. Pizarro ’s paleis is ook gelegen binnen de muren van de oude Moorse citadel. Het bijzondere kerkje dat over een moskee is gebouwd is momenteel een museum, maar ligt ook binnen de muren van het oude Moorse kasteel dat een zeer weids uitzicht over de omringende hoogvlakte biedt. De weelde die met de veroveraars uit Zuid Amerika in de vorm van voornamelijk zilver en indiaanse slaven terug kwam, gaf in de 16e en 17e eeuw weer een opleving in de stadse bouwkunst, net als in de stad Cáceres. Ook dit derde stadje is niet door de tand des tijds aangetast en straalt volop de vroegere weelde uit, het is een prachtig museumstadje gebleven.
Portugal; Nadat in het jaar 1491 de Moorse leiders definitief waren verslagen, probeerden de Spaanse koningen het Portugese gebied in te lijven, dit heeft lang de grensstreek tussen beide landen tot oorlogsgebied gemaakt. Badajoz, de Spaanse grensstad is meerdere malen totaal verwoest. In Elvas aan de Portugese kant zijn enorme verdedigingswerken opgericht die nu te bezichtigen zijn. Ook op zee kwam het vaak tot schermutselingen, uiteindelijk moest de Paus bemiddelen tussen zijn beide katholieke bondgenoten. In 1498 kwam het verdrag van Tordesillas tot stand waarbij werd bepaald dat Portugal de koloniën mocht stichten ten oosten van de 20e Wester lengtegraad en Spanje ten westen daarvan. Door de gebrekkige aardrijkskundige kennis van die periode liep de lengte graad dwars door Brazilië waar dus nu nog Portugees wordt gesproken. Ook aan deze Portugese kant van de grens zijn weer veel resten van de Romeinen en Moren te vinden, maar nu ook zeer veel hunebedden, zo worden ze genoemd, maar ze zijn duidelijk anders dan onze Drentse hunebedden. Deze megalithische grafwerken komen meer overeen met de bouwsels langs de Atlantische kust van Portugal tot aan de Shetland eilanden. De oude Iberiërs hadden duidelijk veel contacten over en weer met de andere volken langs deze kust. Als een van de weinige grote steden kun je in Lissabon met je camper in het centrum staan aan de oever van de rivier de Taag. Je moet dan wel oordoppen in tegen de herrie van de brug over de rivier. Dit prestige project van de voormalige dictator Salazar heet nu, na de fluwelen revolutie, de brug van de 25e april, de dag dat de dictator werd afgezet en vluchtte. De auto’s die over de brug gaan rijden over een soort metalen roosters die een enorm geruis verspreidden als een wespennest vol kwade wespen maar dan zeer versterkt. Boven ons ligt de aanvliegroute van Lisboa airport, wat resulteert in een overstemming van het brug geluid om de 10 minuten door laag overkomende vliegtuigen, na 23.00 uur wordt het wat rustiger, behalve als een uitbater van een van de verlopen barretjes de volume knop omhoog draait en er een bonkebonk pokken herrie over de kade schalt tot diep in de nacht. Voor de rest is het een ideale redelijk veilige en goedkope plek om een bezoek te brengen aan de stad. Lissabon is wel druk maar niet bijzonder mooi. De meeste oude gebouwen zijn bij een zeer zware aardbeving in het jaar 1755 totaal verwoest. De trolley tram waar men deze stad zo om roemt, is mooi om te zien, maar de mensen zitten er als sardines in een blik opeen gepakt. We lopen uren door deze op heuvels gebouwde stad en genieten op een van de vele terrasjes in het oude centrum nog wat na. Fietsen is hier zeer zwaar behalve langs de oevers van de Taag waar we de volgende dag langs gaan. Een eindje buiten de oude stad bevindt zich de wereld beroemde Torro Belém die is opgericht op een eilandje midden in de rivier om de Nederlandse en Engelse schepen, die aasden op het Portugese koloniale rijk buiten de hoofdstad te houden. Door de al eerder genoemde aardbeving van 1755 is echter de loop van de rivier veranderd en ligt de toren nu gewoon aan de Noord oever van de Taag. Even verder is een militair museum die de strijd van de Portugezen in hun koloniën laat zien. Een deel hiervan was een monument voor de gevallenen in die strijd, die natuurlijk weer werd aangewakkerd door Russische inmenging. (ook toen al).
São Bento; Hoe ter wereld komen we hier terecht, nu dat is het gevolg van onze secondaire wegen tactiek. São Bente is een klein doods dorpje met op een daar boven liggende heuvel een sportpark en een camperplek met een fenomenaal uitzicht over het omringende kalksteen plateau. Na uiteraard een zeer rustige nacht zijn we hier twee druipsteen grotten in de omgeving gaan bezoeken, de Santo Antonio en Grutas de Alvados. Miljoenen jaren is het regenwater in de kalkachtige ondergrond gezakt en heeft daar met de opgeloste mineralen in een loze ondergrondse ruimte de prachtigste sculpturen gevormd.
Porto; De rivier de Douro is vanouds het gebied waar de portwijn vandaan komt. We rijden door een met druivenranken begroeid riviervallei, maar ondanks dat we vele wijn en port landgoederen voorbij komen, is er geen meer die je uitnodigt om een kijkje te nemen in hun kelders. 40 jaar geleden was dat wel anders, toen kon je om de kilometer wel een portkelder bezoeken. Alles schijnt nu geconcentreerd te zijn bij een of twee grote port huizen in de stad Porto zelf. Maar als je de stad binnen komt, is het vreselijk druk en de straatjes, die al dat verkeer niet aan kunnen, zijn oud en zeer krap bemeten. Bij de port huizen aangekomen aan de oever van de Douro, liggen de nostalgische port transport zeilschuiten werkloos voor anker. Deze toeristische port huizen hebben ook geen enkele functie meer in het proces om de rest van de wereld te voorzien van het edele vocht. De zeer commerciële toegangsprijzen zijn ook al geen aanbeveling voor een bezoek. De aanwezige camperplaatsen worden volgens de berichten veel te vaak bezocht door het dievengilde, dus je komt op die manier nauwelijks aan een rustig bezoek van de mooie binnenstad toe. We besluiten door te reizen.
Guimarães; In de 12e eeuw is door Afonso Henriquès het Portugese koninkrijk uitgeroepen. Het is een mooie oude gezellige stad en hier kun je met een kabelbaan de berg Penha op die 650 meter boven de stad ligt en een fraai uitzicht biedt op de omgeving. Wat heel vreemd is, is dat de kabelbaan over de tuinen gaat van een nogal rijke buurt, persoonlijk zouden we niet zo blij worden met al die gluurders op 40 meter hoogte boven ons terras. In de Romeinse tijd en daarvoor lagen er wel 4 Kelt/Iberische dorpjes op deze berg, maar daar is nu niets meer van te zien. Anno 2023 moeten we ons behelpen met 2 katholieke kerken en een keur aan toeristische uitspanningen.
Vigo; Het moderne Spaanse Vigo is de grootste visserij haven van het land. Deze stad net over de Portugese grens ligt aan een grote baai die ver het land ingaat. We vonden een mooie plek voor de camper onder een kasteel die op een heuvel naast de binnenstad was gebouwd. Van oudsher waren er rond deze baai veel Kelt/Iberische nederzettingen, de bewoners leefden van de landbouw en visserij. De kusthandel met de schepen nam ook een prominente plaats in, vondsten van Brittannië tot Egypte tonen dat aan. Of deze handel via de tussen liggende kust nederzettingen plaats vond of dat het een lange afstandshandel betrof, onttrekt zich aan ons gezichtsveld. Van al die oude nederzettingen is tot nu toe slechts 10% opgegraven. Als iemand ooit van plan is hier met zijn zeilboot heen te gaan en in de jachthaven te gaan liggen, dan is ons advies niet doen je ligt ergens achter in de industrie haven ver van het centrum. In de baai vind je verder momenteel heel veel mossel kwekerijen.
Santiago de Compostella; Het wordt tijd om onze zonden op te biechten en van onze kwalen te worden verlost. We gaan naar Santiago de Compostella, het geheel is gewijd aan de apostel Jakobus, die men plotseling na 9 eeuwen hier had ontdekt samen met nog twee discipelen. Na de ontdekking werd er een kerk en klooster opgericht en men strooide nogal wat verhalen rond over wonderbaarlijke genezingen, waardoor de gehele geld machinerie in werking trad. Iets dergelijks hebben de kerkelijke bewindvoerders ook gedaan met die goeie ouwe Bonifatius om Utrecht wat meer cachet te geven in de kerkelijke hiërarchie in de 10e eeuw. Toch is een bezoek zeer de moeite waard om deze volksverlakkerij te aanschouwen, het is immers een deel van de Europese cultuur. Het is werkelijk ongelofelijk dat de kerk zulke geweldig mooie gebouwen kon neerzetten. Het vermogen dat dat gekost heeft komt van de gelovigen, die zelf in krotjes hun levensdagen slijten. De Geestelijkheid houdt hun een worst van het hiernamaals voor en incasseren de zuur verdiende vruchten van hun arbeid, ter ondersteuning en financiering van de kerk en het klooster. Gezien het aantal bezoekers die van heinde en ver hierheen komen is de magie van deze plaats nog lang niet over, maar we verlaten deze plaats en trekken het mooie Asturië binnen.
Asturische kust; De mooiste camperplaats die we hebben gehad, bevond zich aan de Asturische kust waar een klein riviertje in zee uitmondde. Een smal weggetje ging stijl naar beneden door een gehuchtje heen. Allerlei verkeersborden waarschuwden ons voor een hoogte beperking van 2 meter en ook een lengte beperking. Maar wat zagen we op het strandje staan? Twee nog grotere en hogere bussen dan onze camper, een camper uit Schotland en een Spaanse surfer met zijn bus. We gingen er ook heen en vonden een idyllisch plekje tussen enkele bomen achter een strandwal. Het ontbijt service team van de guardia civiel arriveerde om 8.30, maar toen zaten we al lang aan de koffie met broodjes. Ze waren erg vriendelijk maar spraken alleen Spaans, en wij natuurlijk ondanks onze cursus Spaans, geen Spaans. De politiemensen controleerden het een en ander en wensten ons een prettige dag verder voordat ze vertrokken. Waarschijnlijk waren een aantal bewoners van het gehuchtje tegen teveel toeloop naar wat ze meenden dat hun strandje was. Ze hebben daarom de misleidende verkeersborden geplaatst en gezeurd bij de politie om actie.
Picos de Europa en Cuevas de Altamira; We vertrokken naar de Picos de Europa, een lang gerekte bergketen tot wel 3000 meter hoog. De meeste toeristen die naar Spanje afreizen slaan deze noordwest kust over, wat betreft het klimaat kunnen we ons dat voorstellen, maar het geheel is een wonderschoon natuur gebied. In Picos de Europa liggen leuke stadjes en de doorgaande wegen zijn goed, de bijwegen iets minder dus je moet er wat voorover hebben. We strijken neer in Canges de Onis, waar we net buiten de stad op een groot parkeerplein staan. Buiten de beroemde grot schilderingen van Altemira zijn hier nog meer grotten met dergelijke kunst van 18.000 jaar geleden, zoals Cuevas de Buxu. Zowel telefonisch als bij de toerist informatie lukte het niet een afspraak voor bezichtiging te maken. Telefonisch kreeg je een Spaans ratelend bandje te horen, waar we geen touw aan vast konden knopen. In de paar dagen die we hier doorbrachten kwamen we in contact met Juan, een oude gepensioneerde hippie die met zijn hond Mia, een border collie, in een kleine caravan woonde naast onze camper. Zelfs Juan begreep niets van het ratelende bandje, dus geen Cuevas de Buxu voor ons. We doorkruisen het bergland en komen in Las Arenas, een ander leuk stadje. Op de bonnefooi gaan we bij vertrek uit het gebergte toch nog even bij Altamira de wereld beroemde grot aan. De echte grot bekijken is bijna onmogelijk, omdat men de grote mensenmassa’s niet in de grot wil toelaten, hun uitgedampte vochtigheid en warmte tasten de duizenden jaren oude fragiele schilderingen te erg aan. Daarom hebben ze een replica grot geconstrueerd met daarbij een museum. De schilderingen zijn allemaal zeer goed in beeld gebracht en het museum zeer leerzaam. Zo komt er aan het eind van onze Iberische rondreis toch nog een klein extra kersje op de taart.
Tot slot; Zo kijken we terug op een zeer mooi verblijf in Spanje die veel hoogte punten heeft gehad. De Spaanse bevolking is wat afwachtend maar zeker niet afwijzend, we denken dat het taalverschil daaraan bijdraagt, want als we proberen in ons gebrekkig Spaans te communiceren dan verschijnt er vaak een glimlach (misschien om onze malle uitspraak) en wordt de Spanjaard toeschietelijker.
Toch valt ons ook de enorme hoeveelheid afval op die rond de wegen ligt en zelfs in veel steden. Soms is de weg een middenberm tussen het afval wat bewust uit de auto’s wordt gesmeten. Hier en daar is een klein lichtpuntje en wordt er wel schoon gemaakt, vooral in sommige grote toeristische steden. Properheid wordt in Spanje nog lang niet door iedereen omarmt, maar dat is ook in Nederland nog niet het geval.
We reizen samen met onze vriend de Friese Stabij, Thorda. In Spanje zie je zeer veel erven omringd door hekken met daarachter honden die dag en nacht buiten zijn als waakhond, sommige van die honden ontbreekt het aan aandacht, liefde en verzorging. Bovendien zijn veel huizen voorzien van tralies. We vermoeden een forse criminaliteit, maar in gesprek met een Spanjaard gaf hij de rotzooi toe maar de tralies en de honden waren voor de gezelligheid!? Ja jazeker wel. Bij zeer veel camperplaatsen in en rond de grote steden wordt ook vaak gewaarschuwd voor vernieling en diefstal.
Het Spaans spreken is moeilijk voor ons, ook al maken we vorderingen. De snelheid van het Spaans is voor ons meer een brij van woorden, en dat is moeilijker te volgen.
Zeer veel plaatsen aan de Costa del Sol zijn karakterloze resorts geworden, waar nauwelijks nog een Spanjaard woont en geef ze eens ongelijk. In zeer veel toeristische bagger winkeltjes wordt een keur aan rotzooi uit China verkocht, zonde van de gebruikte grondstoffen en aan ons niet besteedt.
De Baskische steden zijn voor een groot deel zwaar verwaarloosd en als je buiten de tolwegen reist dan ziet het er triest en industrieel uit. De woningen zijn vaak armoedige onderkomens, het woord huis is teveel waardering. Misschien moeten we de volgende keer hier toch maar de tolweg nemen van Biarritz in Frankrijk tot Santander in Spanje. Want het enige waar ogenschijnlijk het Europese ontwikkelingsgeld aan wordt besteedt, zijn overdadig veel rotondes, je wordt er gek van, de gemiddelde snelheid is vaak maar even boven wandel tempo.
Tot slot wil ik nog enige duidelijkheid scheppen over de vele genoemde volken, en dit in een globaal historisch perspectief zetten. Er volgt nu een korte beschrijving van alle vroegere bewoners van het Iberisch schiereiland en een globale tijdsindeling. --- Tijdens de laatste ijstijd fungeerde dit gebied als een ‘vluchtelingen kamp’ voor de ijstijd bewoners van Europa, hier overleefden de bewoners de zware kou die in de noordelijke gebieden alle leven praktisch onmogelijk maakte. Uit deze tijd stammen ook de rots schilderingen van Altamira. Na het opwarmen van het klimaat 14000 jaar geleden werden vanuit hier voornamelijk de Atlantische kust gebieden weer bevolkt door groepjes jagers die achter hun prooidieren aan liepen in het warmer wordende noorden. --- Ongeveer 2500 jaar voor de jaartelling werden de oude Iberiërs aangevuld met groepjes immigranten uit midden Europa en de Aziatische steppe. Dit had tot gevolg dat er een Iberisch/Keltische mengelmoes ontstond. ---- In de bronstijd vanaf ongeveer 2000 voor de jaartelling vestigden zich op het schiereiland handelaren die zich voornamelijk aan de kusten vestigden. In de juiste volgorde van ouder naar later waren dat 1) de Kretenzers uit Kreta. 2) de Feniciërs uit het huidige Libanon. 3) de Grieken. 4) en als laatste de Carthagers uit wat nu Tunesië is. ---- Deze Carthagers waren voor de Romeinen de reden dat ze bezit namen van het gehele Iberische schiereiland, Carthago had namelijk voortdurend oorlog met de Romeinen om de heerschappij op de Middellandse zee. Toen in de derde eeuw voor de jaartelling de Carthaagse krijgsheer Hannibal met zijn legermacht en olifanten vanuit Tunesië over de Alpen trok en Rome bedreigde, kon de nederlaag ter nauwer nood worden afgewend. Scipio Africanus versloeg Hannibal en voegde Spanje vervolgens als provincie aan zijn Rome toe. --- Na de val van het West Romeinse rijk, wat een gevolg was van interne problemen en voortdurende Germaanse invallen, vestigden zich in Spanje de Visi Gothen en andere groepen Germanen. Ze maakten weinig werk van de opbouw van een eigen staat en lieten weinig tastbare zaken na. Deze periode liep van ongeveer 450 tot aan de inval van de Berberse Moren vanaf het jaar 740. --- Deze Moors Islamitische machthebbers uit noord Afrika maakten zich meester van het land en bouwden hun rijk degelijk op met een geïntegreerde samenleving en een soort van vrijheid voor de gehele bevolking. De noord Iberische koninkrijkjes wisten zich een zekere mate van onafhankelijkheid te verwerven. --- De twee machtsgebieden Castilië en Aragon waar Koning Ferdinand en Koningin Isabella de scepter zwaaiden waren katholiek en probeerden steeds hun land uit te breiden ten koste van hun buren en het Moorse rijk in het zuiden van Spanje. Pas in 1491 slaagden ze erin om heel Spanje te veroveren, behalve Portugal waar al in de 12e eeuw een zelfstandig koninkrijk was uitgeroepen. Isabel en Ferdinand, inmiddels door de paus getrouwd noemden het de RECONQUESTA.
De Reconquesta noemden het koningspaar deze overwinning op de islamitische Moren, maar dat is niet waar!! Reconquesta betekend herovering, oftewel weer onder gezag brengen van de oude roomse kerk. Maar het Spanje van voor 1491 was een lappendeken van religies, en voor de val van het Romeinse Rijk was er maar sinds het jaar 150 sprake van een christelijke religie. Na de overwinning in 1491 sloeg de rooms christelijke jihad toe, werden Joden, Islamieten en anders denkende te vuur en zwaard bestreden. Weer even later in de tijd volgde de Inquisitie, met de ketter en heksen verbrandingen……
Al met al blijft het een mooie reis die zeker later een vervolg zal hebben!